Burgerschap

Burgerschap: Franse Revolutie

 

bijeenkomst van de Derde Stand: de Assemblée Nationale | constitutionele monarchie: de Assemblée Constituante (1789) | radicalisering van de revolutie | Girondijnen en de Assemblée Législative (1791) | overgang naar de Republiek: de Convention Nationale (1792) | na de regicide: de staatsgreep van de Jacobijnen (1793) | de Constitutie van 1793 | een nieuw sociaal contract | de val van de Jacobijnen: de burgerlijke Grondwet van 1795 | socialistisch gelijkheidsideaal


 

4. Franse Revolutie: rechten van de burger

De Verlichting : de geboorte van de citoyen (vrijheid, gelijkheid en/of broederschap?)

Zoals eerder op deze site beschreven, waren het ook in het 18de eeuwse Frankrijk de edelen die het voortouw na men om een despotisch regime omver te werpen. Het verschil met andere revoluties was, dat in Frankrijk voor het eerst de burgerij de machtvan de edelen overnam en zich dus niet meer tevreden stelde met charismatische populisten uit de aristocratie.

Met de Amerikaanse Revolutie van 1776 als voorbeeld nam de Frans e burgerij het heft in eigen hand. Het belangrijkste document uit die tijd was de “Verklaring van de rechten van de Mens en de Burger” (1789); de vrijheidsverklaring van deburgerij. De andere kant van deze vrijheid was de plicht van de citoyen (burger) te gehoorzamen aan de republiek die de burgerrechten mogelijk maakte.

Dit was de kern van het moderne burgerschap: het actief onderhouden van burgerrechten door het naleven van strikte politieke plichten. In de Franse traditie werd dit  een “democratie plus” genoemd: een democratische staatsvormdie haar burgers meer bood dan louter vrijheden en rechten, namelijk een publieke ruimte waarin alle mensen door hun gedeelde, deels ideële, burgerschap gelijk waren.

Bijeenkomst van de Derde Stand: de Assemblée Nationale

De stap naar volledige politieke vrijheid van de burgerij werd gezet in een tijd van economische en politieke crisis. De oude regering (Ancien Regime) onder leiding van koning Lodewijk XV was niet langer in staat het land effectief door de crisis van 1787-88 te loodsen. Gevolg was veel onrust onder de boeren en de burgerij, die de grootste lasten (belastingen!) moesten dragen van de crisis. De adel probeerde de burgerij (de Derde Stand) vóór te zijn en haar invloed en rijkdom in de standenmaatschappij ten koste van het verzwakte centrale gezag uit te breiden.

De koning stond in mei 1789 toe dat de adel de Assemblée Générale in Versailles bijeen riep; het belangrijkste adviesorgaan van de koning in tijden van nood. De burgerij wenste echter niet meer tweede viool te spelen (in de Assemblée Générale hadden de Eerste en Tweede Stand, adel en geestelijken, het voor het zeggen) en stelde voor een aparte vergadering bijeen te roepen van de Derde Stand: de Assemblée Nationale. De koning gaf in juni toe aan dit verzoek en de afgevaardigden kwamen samen in de overdekte Koninklijke Kaatsbaan (Jeu du Paume). Daar legden de aanwezigen op 20 juni 1789 de Eed in de Kaatsbaan (Sermant de Jeu du Paume) af, namelijk om gezamenlijk Frankrijk tot een constitionele monarchie om te vormen.

Constitutionele monarchie: de Assemblée Constituante (1789)

De burgers (en met hen verlichte geestelijken en edelen) waren in de jaren daarvoor beïnvloed door de philosophes, lucide critici van het oude systeem als Montesquieu en Rousseau. Hun politieke ideeën over democratisch bestuur (vrijheid, gelijkheid, broederschap) hadden grote invloed op het volk. Op 9 juli besloten de vertegenwoordigers van de derde Stand hun volksvergadering te veranderen in een Assemblée Constituante; een Grondwetgevende Vergadering, naar voorbeeld van de Amerikaanse Revolutie.

Massale protesten van burgers (bestorming van de Bastille in Parijs op 14 juli) en boeren (Grande Peur van 20 juli-6 augustus) en de ontbinding van het feodale leger en de oprichting van de Nationale Garde bespoedigden het afkondigen van bepaalde decreten door de Assembléé, bijvoorbeeld de verklaring van de rechten van de mens en de afschaffing van het feodalisme met een schadeloosstelling voor de adel. Tegelijkertijd pleitten verantwoordelijke revolutionairen onder leiding van Gabriel-Honoré Riquetti, comte de Mirabeau (1749-1791) voor het aannemen van de belastingvoorstellen van de regering in ruil voor de grote politieke concessies.

Verklaring van de Rechten van de Mens

De spanning bleef echter stijgen en op 5 oktober vond een grote demonstratie plaats in Versailles: de “Broodmars der Vrouwen”. Onder druk van de straat keerde de koning terug naar Parijs, gevolgd door de Assemblée. Zolang de gematigde Mirabeau met mannen als Marie Joseph du Motier, markies de Lafayette (1757-1834) en Jean-Sylvain Bailly de Assemblée Constituante beheerste, werd het beeld van de revolutie vooral bepaald door ellenlange discussies in de volksvergadering over allerlei bestuurstechnische kwesties.

Radicaal was in 1790 de nationalisatie van de Kerk en de confiscatie van alle kerkelijke bezittingen (Constitution civil du Clergé) en de verkoop van de kroondomeinen aan pachters. De monarchie zelf was nog niet in gevaar: men leek af te gaan op een vorm van constitutionele monarchie als in Engeland. In april 1791 stierf Mirabeau. Hierna namen radicale, republikeinse elementen in Parijs de revolutie steeds nadrukkelijker over.

Radicalisering van de revolutie

Het bestuur van Parijs (Municipalité de Paris) was inmiddels totaal hervormd en werd de Commune genoemd. De Commune bestond uit 48 secties met elk een revolutionair comité en politieke agenten. Revolutionaire clubs als de Club des Jacobins – de ‘Sociëteit van Vrienden van de Constitutie’, oorspronkelijk een groepje volksvertegenwoordigers uit Bretagne – en de Club des Cordeliers – de ‘Sociëteit van de Vrienden van de Rechten van de Mens en de Burger’ – probeerden de Commune onder controle te krijgen.

De Jacobijnen – genoemd naar het klooster waarin ze bijeen kwamen – waren elitaire, redelijk welgestelde en goed opgeleide radicalen, onder leiding van Maximilien de Robespierre (1758-1794) die sterk beïnvloed was door de philosophe Rousseau. Veel Jacobijnen waren jurist of advocaat en pleitten voor een minimumloon en maximumprijzen, waardoor ze de steun kregen van de stedelijke massa’s.

Aanhangers onder het volk droegen een Phrygische vrijheidsmuts met cocarde en een lange broek (dus geen modieuze kniebroek – de culot) en werden de sans-culottes genoemd. Het waren de stoottroepen van de revolutie, laag opgeleid en licht bewapend en trouw aan de revolutionaire elite zolang ze betaald werden en te eten kregen. Op deze manier kregen de Jacobijnen de Commune van Parijs onder controle en hadden daarmee de macht op straat.

De Cordeliers – ook genoemd naar een klooster – bestond uit radicale, republikeinse Parijzenaars, onder leiding van de anti-autoritaire journalist Jean Paul Marat (1743-1793) en George Jacques Danton (1759-1794), een rechtse, nationalistische Jacobijn. De krant van Marat, L’Ami du Peuple, deed aan opruiende riooljournalistiek om de gevestigde orde aan te vallen en te ondermijnen. De leden van de club waren vooral afkomstig uit de volksbuurten en steunden waar ze konden de sans-culottes.

Het anti-monarchisme groeide door de koppige trouw van Lodewijk XV aan de Kerk en zijn vluchtpoging naar Varennes, eind juni 1791. De koning accepteerde wel nog de nieuwe grondwet die zijn gezag aanzienlijke beperkte (september 1791), maar weigerde de Constitution civil du Clergé te tekenen.

Girondijnen en de Assemblée Législative (1791)

De Assemblée Constituante ging over in een Assemblée Législative – de wetgevende volksvergadering die in op 1 oktober 1791 door censuskiesrecht werd gekozen. De Législative gaf gestalte aan de constitutionele monarchie, waarin het volk de soeverein werd. Een groep volksvertegenwoordigers uit de Gironde stichtten een machtige partij: de Girondijnen, onder leiding van de pamfletist Jacques-Pierre Brissot de Warvilles (1754-1793) en Jeanne-Marie ou Manon Philippon, Madame Roland (1754-1793). De aanhangers van deze partij waren idealistische, liberale burgers uit de middenklasse die streefden naar een rationele, verlichte staatsordening, maar die weinig ophadden met het revolutionaire volk. Toch was deze partij mede verantwoordelijk voor de berechting en terechtstelling van Lodewijk XV.

In 1792 nam de druk van contra-revolutionaire krachten uit het buitenland toe. Een dreigende oorlog met Pruisen en Oostenrijk leidde tot paniek onder de Girondijnen. Op 13 augustus werd de koninklijke familie gevangen gezet. De capitulatie van Verdun aan de Pruisen op 2 september leidde tot de ‘septembermoorden’ op vermeende verraders van de revolutie. Danton speelde hierbij een grote rol als ophitser van het volk.

Overgang naar de Republiek: de Convention Nationale (1792)

De Législative had verkiezingen voor 21 september 1792 uitgeschreven (de eerste met algemeen stemrecht) om te komen tot een Convention Nationale die een nieuwe, republikeinse grondwet moest schrijven. De revolutionaire Conventie riep tijdens haar eerste bijeenkomst meteen de Republiek uit. Koning Lodewijk XV werd gewoon citoyen Louis Capet. Zijn lot lag in handen van de nieuwe volksvertegenwoordigers in de Conventie, die nog steeds werd gedomineerd door de gematigd linkse Girondijnen.

Franse Revolutie

In de winter van 1792/93 werden de buitenlandse agressors afgeslagen door de Nationale Garde, het leger van de Republiek. Om de revolutie te beschermen tegen binnenlandse ondermijning werd onder verantwoordelijkheid van de Girondijnen de koning berecht en terechtgesteld (21 januari 1793). De stemming in de Conventie was 387 voor terechtstelling en 334 tegen.

Na de regicide: de staatsgreep van de Jacobijnen (1793)

De Girondijnen stortten zich vervolgens in een onzeker buitenlands avontuur door de oorlog te verklaren aan Engeland en Holland. Het leger leidde in april 1793 enkele gevoelige nederlagen en de ultra-linkse fractie in de Conventie – de Jacobijnen – zag haar kans schoon. Robespierre spoorde de sans-culottes aan om op 31 mei 1793 de Conventie een lesje te leren. Geschrokken door de massale demonstraties raakten de Girondijnen in een tumultueuze vergadering hun macht kwijt. Robespierre beschuldigde hen van verraad vanwege het overlopen van enkele hoge officieren van de Nationale Garde. De Girondijnen probeerden – te laat – de Jacobijnen te arresteren. De Jacobijnen grepen met behulp van het Parijse volk (de enragés) de macht en de Girondijnen werden met geweld de Conventie uitgezet.

Robespiere formeerde een revolutionaire noodregering (Comité du Salut Public; Comité voor het Algemeen Welzijn); een krachtige uitvoerende macht die zich alleen maar in naam liet controleren door de wetgevende Conventie. Een periode van terreur en ingrijpende politieke en sociale hervormingen begon, waarbij tenslotte ook de Conventie – de republikeinse volksvergadering van 21 september 1792 – op een zijspoor gezet dreigde te worden ten gunste van een Jacobijnse tirannie.

De Jacobijnen ontpopten zich als hartstochtelijke patriotten en revolutionairen en losten meteen hun beloften aan het volk in. Op 3 juni 1793 onteigenden ze de landerijen van de gevluchte aristocraten en verkochten ze deze tegen gunstige voorwaarden aan de arme boeren om met hen een alliantie aan te kunnen gaan. Tevens schaften ze radicaal alle feodale rechten af zonder het betalen van compensatie, iets wat al sinds 1789 was beloofd.

De Constitutie van 1793

De weg was vrij voor een nieuwe revolutionaire Grondwet, met als preambule de Verklaring van de rechten van de Mens en de Burger, aangevuld met radicale rechten: op werk, onderwijs en armenzorg. Het is deze strekking die de “Constitutie van 1793” haar revolutionaire reputatie gaf, bijvoorbeeld bij Babeuf (zie hieronder).

De zittingstermijn van de volksvergadering werd vastgesteld op 1 jaar, waarbij alle mannelijke burgers boven de 25 jaar mochten deelnemen aan de verkiezingen. Vrouwen werden nadrukkelijk uitgesloten van het burgerschap. De wetgevende macht was ondergeschikt aan de uitvoerende macht, hoewel de wetgevende macht het hoogste besluitvormende orgaan bleef.

De ontwerp-Constitutie hanteerde een liberaal standpunt op het gebied van handel en economie, daarmee voorbij gaand aan de eisen van de sans-culottes om ook op sociaal terrein gelijkheid te bereiken. Ook Robespierre – de belangrijkste machthebber – hield vast aan zijn abstracte politieke filosofie en ging voorbij aan de praktische noden van het volk.

Temidden van Jacobijnse agitatie werd de Constitutie ter goedkeuring aan de bevolking voorgelegd. Aan dit referendum deed ongeveer 30% van de bevolking mee, waarvan 90% voor de nieuwe grondwet koos. De Conventie oordeelde echter dat de in werking treding zou worden opgeschort totdat er een vredesverdrag zou zijn. Door de contra-revolutie werd het echter noodzakelijk dat de regering (Comité du Salut Public) steeds meer noodmaatregelen nam en daarmee raakte de nieuwe grondwet – en ook de macht van de volksvergadering – op de achtergrond.

Een nieuw sociaal contract

Het leger haalde het ene succes na het andere aan het front, maar de politieke strijd om de macht (en tegen de tirannie van de Jacobijnen) leidde tot meer terreur in Parijs en andere steden. Robespierre zette met behulp van Louis Antoine Saint-Just (1767-1794) zijn absolutistische visie door ten koste van duizenden levens (waaronder die van Danton). De Jacobijnen probeerden een nieuw contract social te sluiten met het volk en startten een ware sociale revolutie, waarbij vooral de Kerk het moest ontgelden.

Robespierre zag zich als de ultieme “Wetgever” die handelde volgens de volonté générale (de volkswil). Hij schafte het Christendom af en verordoneerde een deïstische staatsgodsdienst (de eredienst aan het Opperwezen) en probeerde ‘nieuwe Fransen’ te vormen. Het doel van de revolutie was dat burgers niet alleen belasting bleven betalen maar ook een actief burgerschap zouden ontwikkelen; een totale toewijding aan de revolutie.

Eredienst aan het Opperwezen

In de loop van 1794 werd het zelfs voor zijn medestanders te machtig: Robespierre wilde de weg vrijmaken voor ongebreidelde staatsterreur (“De volksvijand is de staatsvijand”). Hiervan dreigde iedereen – ook de revolutionaire leden van de Convententie – het slachtoffer te worden. Eind juli 1794 bracht de Conventie onder leiding van Paul François Barras, Joseph Fouché en Jean Lambert Tallien Robespierre en zijn bloedige kliek ten val (de Thermidore coup, naar de revolutionaire naam voor juli).

De val van de Jacobijnen: de burgerlijke Grondwet van 1795

Robespierre deelde het lot van zijn slachtoffers; hij werd onthoofd op 27 juli 1794. De Jacobijnse Club werd gesloten. Met de dood van de “Wetgever” begon de Republiek aan een gematigder fase: de middenklasse kreeg de overhand in de wetgevende volksvergadering en benadrukte daar vooral de Rechten van de Mens en de Burger. Een revolte van het volk van Parijs werd neergeslagen. Een vernieuwde liberale Constitutie, die voorzag in een systeem met twee Kamers (senaat en volksvergadering) en een regering van vijf gekozen leden (Directoire, of Directoraat), werd op 22 augustus 1795 aangenomen. Deze burgerlijke Grondwet is bekend als de Constitutie van 5 Fructidore van het jaar III.

Inmiddels wonnen de Fransen slag na slag in de oorlog tegen Pruisen, Oostenrijk en Holland en bezetten ze na de Zuidelijke Nederlanden ook de Republiek der Nederlanden. In 1795 werd daar stadhouder Willem V verjaagd, maakten de regenten plaats voor Patriotten en proclameerde men de Bataafse Republiek. Het was een “fluwelen revolutie” die zonder veel bloedvergieten gepaard ging. Op 1 mei 1798 kreeg de aloude Republiek een nieuwe Grondwet (geïnspireerd door het Directoire-bewind) en werd afscheid genomen van de gewestelijke vrijheden: de geboorte van de moderne eenheidsstaat Nederland. Inmiddels was het sociale revolutionaire élan verdwenen en concentreerde de Franse Nationale Garde zich op het consolideren van het vrije burgerlijke Frankrijk in het contra-revolutionaire Europa.

Het burgerschap hoefde nu niet meer te getuigen van een sociaal radicalisme (gelijkheidsideaal), maar van een liberaal republikanisme en een patriottische liefde voor de Natie. De revolutie verwaterde en de macht kwam meer en meer in handen van charismatische, populistische generaals als Napoleon. Het arme volk had weinig meer te verwachten van de Republiek. De gegoede burgerij nam echter de plaats in van de adel en wentelde zich in luxe zonder zich veel te bekommeren om haar burgerplichten.

Socialistisch gelijkheidsideaal

Tegen deze teloorgang van de revolutie en de democratie verweerde zich François Noël Babeuf (1760 – 1797), die ook Gracchus Babeuf werd genoemd, met zijn Societé du Panthéon, ook wel de “Samenzwering der Gelijken“. Babeuf wilde het particuliere eigendom grondig hervormen en tot een socialere (gelijke) verdeling van bezit komen. De burgerij, die de vruchten wilden plukken van haar republikeinse vrijheden, verweerde zich uit alle macht. Het “communistische spook” waarde voor het eerst rond in Europa. De Directoire wankelde. Tenslotte deed Napoleon op 9 november 1799 een greep naar de macht (Brumairecoup) en vestigde het Consulaat (Constitutie van het jaar VIII van 24 december); de oorlogszuchtige, nationalistische en imperialistische dictatuur van de zogenaamde Eerste Consul.

This was no longer Robespierre’s Republic, which was more radical, or the oligarchic liberal Republic of the Directory, but the autocratic Roman Republic of Caesar Augustus, a Conservative Republic, which reminded the French of stability, order, and peace. To emphasize this, Napoleon used classical Roman terms in the Constitution: Consul, Senator, Tribune. (op. cit Wikipedia)

Voor sommigen gold dit als het definiteve einde van de revolutie.

In 1802 werd Frankrijk een Keizerrijk onder de Eerste Consul voor het Leven, Napoleon, met de invoering van de Constitutie van het jaar XII. Alle energie werd nu gebruikt om in Europa een Frans Rijk op te bouwen dat alleen in naam de revolutie moest beschermen, maar in werkelijkheid in het teken stond van de consolidatie van de macht van Napoleon en zijn familie Bonaparte.

Babeuf

Liberalisme en nationalisme als politieke bewegingen van het (gegoede) volk gingen de geschiedenis van Eurropa bepalen: de aristocratie en monarchie waren door de democratie vernietigd. In de plaats van de paternalistische politiek van de oude orde, stond vanaf 1789 de zichzelf besturende burger centraal. Het liberale en patriottische burgerschap nam de plaats in van “eer”, “adel verplicht” en “bij de gratie Gods”.

De burger bleef worstelen met de verantwoordelijkheid een juiste balans tussen “vrijheid, gelijkheid en broederschap” te vinden. Zelfs de grootste politici konden geen algemene formulering bieden waar iedereen tevreden mee was. Het algemeen belang bleef hierdoor vaak ondergeschikt aan het private belang.

Veel van de revoluties en politieke bewegingen na 1789 waren bedoeld om de Franse Revolutie “te voltooien”, met de ontwerp-Constitutie van 1793 (recht op werk, onderwijs en sociale zekerheid) als lichtend voorbeeld. De economische onzekerheden van de burgerlijke vrije markt en de ongelijke verdeling van macht, kennis en inkomen in een liberale samenleving bleven de politiek domineren, tot nu toe.

Chronologie deels overgenomen uit Ons Verleden van Marc Kropman.


Andere belangrijke klassieke documenten:

On the Duty of Man and Citizen door Samuel von Pufendorf (1682)

English Bill of Rights (1689)

The Second Treatise of Civil Government door John Locke (1690)

The Grumbling Hive – Bernard Mandeville (1714)

Of Freedom of Speech door Thomas Gordon (1720)

Cato’s Brieven – een selectie door John Trenchard en Thomas Gordon (1720-23)

An Inquiry Into The Origin Of Moral Virtue door Bernard Mandeville (ca. 1722)

Social Contract. Or Principles Of Political Right door Jean Jacques Rousseau (1762)

A Treatise on Tolerance door Francois-Marie Arouet “Voltaire” (ca. 1765)

An Essay on the History of Civil Society, Adam Ferguson (1767)

Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (Thomas Jefferson, 4 juli 1776)

The Articles of the Confederation (1781)

Beantwortung der Frage: Was ist Aufklärung? door Immanuel Kant (1784)

Vices of the Political System of the United States door James Madison (1787)

Grondwet van de Verenigde Staten (14 mei 1787)

Federalist Papers door Alexander Hamilton, James Madison en John Jay (1787-88)

Wat is de Derde Stand? door Abbé Emmanuel Joseph Sieyes (1789)

Eed in de Kaatsbaan (Jean-Sylvain Bailly, 20 juni 1789)

Décret sur L’abolition du régime féodal, Assemblée Nationale (11 augustus 1789)

Déclaration des droits de l’homme et du citoyen, De Lafayette (26 augustus 1789)

Constitution civil du Clergé, Assemblée Nationale (12 juli 1790)

Reflections on the Revolution in France door de liberale conservatief Edmund Burke (1790)

Bill of Rights (Eerste Amerikaanse Congres, 15 december 1791)

The Rights of Man (I) door Thomas Paine (1791)

Les Droits de la Femme et du Citoyen door Olympe de Gouges (1791)

A Vindication of the Rights of Woman door Mary Wollstonecraft (1792)

Mary Wollstonecraft

Debat over de afschaffing van de monarchie, Assemblée Nationale (21 september 1792)

Verklaring van de Conventie aan de Naties, Assemblée Nationale (december 1792)

Republikeinse Instituties door Louis Antoine Saint Just (1793)

Decreet over de Republikeinse kalender (24 oktober 1793)

De republikeinse uur-, dag-, week-, maand- en jaarindeling

Republikeinse klok

Constitutie van 1793

Enquiry concerning Political Justice, and its Influence on General Virtue and Happiness door William Godwin (1793)

Over de Principes van de Politieke Moraal door Maximilien Robespierre (februari 1794)

Eredienst aan het opperwezen door Maximilien Robespierre (1794)

Rechtvaardiging van het Gebruik van Terreur door Maximilien Robespierre (1794)

De doctrine van Gracchus Babeuf (1796)

Manifesto of the Equals door Sylvain Marechal (april 1796)

Poetical Essay on the Existing State of Things door Percy Bysshe Shelley (1811)

Brief aan Samuel Kercheval door Thomas Jefferson (1816)

The Liberty of Ancients Compared with that of Moderns door Benjamin Constant (1816)

On the Duty of Civil Disobedience door Henry David Thoreau (1849)

Gettysburg Address door VS president Abraham Lincoln (19 november 1863)

Who is a Progressive? door Theodore Roosevelt (c. 1910)

Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN, 1948)

Representative Government and Democracy

 


Onmisbare websites:

The End of Citizenship?

Constitution Society

Exploring the French Revolution


Jan Willem de Winter

Jan Willem de Winter (1750-1812) was een Nederlandse republikein (Patriot) die begraven ligt in het Panthéon te Parijs vanwege zijn verdiensten voor de Franse Republiek

Vrijheidsboom

Het planten van de Vrijheidsboom in 1795 om het begin van de Bataafse Republiek te vieren door mannen die gekleed gingen als sans-culottes.

Vlag

Vlag van het Bataafsch Gemeenebest (1798-1806)

Het wapen (de geus) op de Bataafse vlag: de Nederlandse maagd met een leeuw aan haar voeten en de Hoed der Vrijheid aan haar speer

De vlaggenplaat van de Bataafse Republiek

“Alle mensen zijn vrij geboren. De een heeft van nature over de ander niets te zeggen. De ene mens is wel wat verstandiger van geest of wat sterker van lichaam of wat rijker dan de ander; doch dat geeft hun, die verstandiger, sterker of rijker zijn, niet het minste recht om over de minder verstandigen, minder sterken, minder rijken te heersen. God, ons aller Vader, heeft de mensen geschapen om gelukkig te worden en aan alle mensen – niemand uitgezonderd – de verplichting opgelegd, om elkaar zoveel mogelijk gelukkig te maken. Om dit goede doel van de Schepper te bereiken, dat is om hun geluk te bevorderen, hebben de mensen gevonden dat zij niet beter kunnen doen dan zich in groten getale – somtijds van enige miljoenen – bijeen te voegen en grote maatschappijen te vormen, waarvan de leden (wat gij altijd goed in het oog moet houden) van nature allen aan elkaar gelijk zijn, en de een niet onderworpen is aan de ander. In deze maatschappijen, meestal burgermaatschappijen, volken of naties genoemd, verbinden zich de leden of participanten om elkanders geluk zoveel mogelijk te bevorderen, en elkaar onderling met vereende krachten te beschermen en in het ongestoorde genot van alle eigendom, bezittingen en alle geerfde en wettig verkregen rechten te handhaven.”

Johan Derk van der Capellen tot den Pol

 

 

naar boven |