Staatsregeling van 1798 / Grondwet van de Bataafse Republiek (1 mei 1798)

Staatsregeling van 1798 / Grondwet van de Bataafse Republiek (1 mei 1798)

Staatsregeling van 1798

Het Bataafsche volk zig vormende tot eenen ondeelbaren staat en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlyke en geheiligde regten van den mensch in maatschappy, verklaart de navolgende stellingen als de wettigen grondslag waarop het zyne staatsregeling vestigt en als zoo veele regels, waarnaar het zyne burgerlyke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewyzigd.


Algemene beginselen

Art. l. Het oogmerk der maatschappylyke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaving van verstand en zeden.

2. Het maatschappylyk verdrag wyzigt noch beperkt de natuurlyke regten van den mensch, dan in zoo verre zulks ter bereikinge van dat oogmerk noodzakelyk is.

3. Alle leden der maatschappy hehben, zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand of rang, eene gelyke aanspraak op derzelver voordeelen.

4. Ieder burger is volkomen vry om te beschikken over zyne goederen, inkomsten en de vruchten van zyn vernuft en arbeid en voorts, om alles te doen, wat de regten van eenen ander niet schend.

5. De wet is de wil van het geheele maatschappylyk lichaam, uitgedrukt door de meerderheid of der burgeren of van derzelver vertegenwoordigers. Zy is hetzy beschermende of straffende gelyk voor allen. Zy strekt zich alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Alles wat overeenkomt met de onvervreemdbare regten van den mensch in maatschappy, kan door geene wet verboden worden. Zy beveelt, noch laat toe, hetgeen daarmede strydig is.

6. Alle de pligten van den mensch in de maatschappy hebben hunnen grondslag in deze heilige wet: doe eenen ander niet, hetgeen gy niet wenscht dat aan u geschiede, doe aan anderen, ten allen tyde, zoo veel goeds, als gy in gelyke omstandigheden van hun zoudt wenschen te ontvangen

7. Niemand is een goed burger, dan die de huislyke pligten in onderscheiden stand, waarin hy moge gesteld zyn, zorgvuldiglyk uitoefent en voords in alle opzigten, aan zyne maatschappylyke betrekkingen voldoet.

8. De eerbiedige erkentenis van een albestuurend opperwezen versterkt de banden der maatschappy en blyft iederen burger ten duursten aanbevolen.


Burgerlyke en staatkundige grondregels

9. Het oppergezag is het regt der gantsche maatschappy over elk haarer leden over het grondgebied, dat zy beslaan en over alle voorwerpen, waarin hunne belangen betrokken zyn. Hetzelve is één, ondeelbaar, onvervreemdbaar. Geen lid, geen gedeelte der maatschappy, kan zig het oppergezag aanmaatigen. Hetzelve is de bron van alle openbaare magten.

10. Het Bataafsche volk, zyne belangen in persoon niet kunnende waarnemen, verkiest daartoe by onderlinge overeenkomst eene geregelde staatsform en wel eene volksreegering by volksvertegenwoordiging.

11. Het verkiest, ten dien einde zyne vertegenwoordigers, die in deszelfs naam voor de gemeenschaplyke belangen waaken en ten allen tyde aan hetzelve verandwoordelyk zyn.

12. Aan deze vertegenwoordigende magt zyn alle bewindvoerende lichaamen ondergeschikt en verandwoordlyk

13. Buiten de wettig aangestelde magten, kan geen burger noch ook eenig gedeelte des volks eenig openbaar gezag uitoefenen. Het is alleen in de grondvergaderingen, dat alle staatkundige regten door de burgeren worden geoefend.

14. Alle magt of gezag door het volk aan zyne vertegenwoordigers verleend, is slechts by volmagt. De uitoefening van dat gezag word gewyzigd door de staatsregeling.

15. Ambten en bedieningen zyn lastgevingen der maatschappy voor eenen bepaalden tyd. Zy zyn noch erflyk noch vervreemdbaar noch byzondere voorrregten van hun, die ze waarnemen. De keus van den eenen burger boven den ander is alleenlyk gegrond op meerdere deugt en bekwaamheden.

16. Ieder burger mag zyne gevoelens uiten en verspreiden op zoodanige wyze, als hy goedvind, des niet strydig met het oogmerk der maatschappy. De vryheid der drukpers is heilig, mids de geschriften met den naam van uitgever, drukker of schryver voorzien zyn. Dezen allen zyn ten allen tyde aanspraaklyk voor alle zoodanige bedryven door middel der drukpers ten aanzien van afzonderlyke persoonen of der gantsche maatschappy begaan, die door de wet als misdaadig erkend zyn.

17. Elk ingezeten kan zig by request, addrès of met andere voordragt vervoegen by zoodanige magten, waar hy zal geraaden oordeelen. Alle vóórdragten zullen persoonlyk en niet gezamenlyk geschieden, tenzy door lichaamen, wettig zaamgesteld en als zoodanigen erkend en wel alsdan over onderwerpen, die tot derselver erkende werkzaamheden behooren.

18. Ieder burger heeft regt om rnet zyne medeburgers te vergaderen ter onderlinge vóórlichting, ter opwekking van vaderlandsliefde en ter naauwer verbintenis aan de staatregeling zonder dat nogthands de constitutioneele gezelschappen als zoodanigen, met elkanderen over staatszaken briefwisseling houden, geschreven aanklagten ontvangen, by stemming besluiten of by wyze van corporatie eenige openbaare daad zullen verrigten.

19. Elk burger heeft vryheid, om god te dienen naar de overtuiging van zyn hart. De maatschappy verleent ten dezen opzigte aan allen gelyke zekerheid en bescherming, mids de openbaare orde door de wet gevestigd, door hunnen uiterlyken eerdienst nimmer gestoord worde.

20. Geene burgerlyke voordeelen of nadeelen zyn aan de belydenis van eenig kerklyk leerstelsel gehegt.

21. Elk kerkgenootschap zorgt voor het onderhoud van zynen eerdienst, deszelfs bedienaaren en gestigten.

22. De gemeenschaplyke godsdienstoefening word verrigt binnen de daartoe bestemde gebouwen en wel met ontsloten deuren.

23. Niemand zal met eenig ordeskleed of teeken of van een kerklyk genootschap buiten zyn kerkgebouw verschynen.

24. Alle eigenlyk gezegde heerlyke regten en tituls waardoor aan een byzonder persoon of lichaam zou worden toegekend eenig gezag omtrend het bestuur van zaken in eenige stad, dorp of plaats of de aanstelling van deze of geene ambtenaaren binnen dezelve worden voor zoo verre die niet reeds met de daad zyn afgeschaft by de aanneming der staatsregeling zonder eenige schaevergoeding voor altyd vernietigd.

25. Alle tiend-, chyns- of thyns-, nakoops-, afstervings- en naastingsregten van welken aard, mitsgaders alle andere regten of verpligtingen, hoe ook genoemd uit het leenstelsel of eenregt afkomstig en die hunnen oorsprong niet hebben uit een wederzydsch vrywillig en wettig verdrag, worden, met alle de gevolgen van dien, als strydig niet der Burgeren gelykheid en vryheid, voor altyd vervallen verklaard.
Het vertegenwoordigend lichaam zal binnen agttien maanden na deszelfs eerste zitting bepaalen den voet en de wyze van afkoop van alle zoodanige regten en renten, welke als vruchten van wezenlyken eigendom kunnen beschouwd worden. Geene aanspraak op pecunieele vergoeding uit de vernietiging van gemelde regten voordvloeyende zal gelden, dan welke binnen zes maanden na de aanneming der staatsregeling zal zyn ingeleverd.

26. Insgelyke wordt vernietigd het zoogenoemd regt van exue, met opzigt tot verhuising of verval van erfenissen binnen de Republiek .

27. Alle burgers hebben ten allen tyde het regt om, met uitsluiting van anderen, op hunnen eigen of gebruikten grond te jagen, te vogelen en te visschen.
Het vertegenwoordigend lichaam maakt binnen zes maanden na deszelfs eerste zitting by reglement de nodige bepaalingen om ten dezen opzigte de openbare veiligheid en eigendommen der ingezetenen te verzekeren en zorgt, dat noch de visscheryen bedorven noch de landgebruiker by eenige wet of beding belet worde allen wild op zynen gebruikten grond te vangen noch ook dat een ander daarop zal mogen jagen of visschen zonder zyne bewilliging.

28. Er zal een wetboek gemaakt worden zoo wel van burgerlyke als van lyfstraflyke wetten te gelyk met de wyze van regtsvordering op gronden door de staatsregeling verzekerd en algemeen voor de gansche republiek.
Deszelfs invoering zal zyn uiterlyk binnen twee Jaaren na de invoering der staatsregeling.

29. Niemand mag beschuldigd of in verzekering genomen worden, dan uit kragt der wet in de gevallen en volgends de wyze door haar voorgeschreven. Niemand kan gevonnisd worden, dan na alvoorens wettig te zyn geroepen en alle de middelen van verdediging te hebben kunnen bezigen, die by de Wet bepaald zyn. Elk burger alzoo opgeroepen of in verzekering wordende genomen, is verpligt te gehoorzamen.

30. Alle gestrengheid omtrent gevangenen, buiten hetgeen de wet bepaalt, gelyk mede alle willekeurig verwyl van derzelver teregtstelling en van de uitvoering hunner straf is misdaadig.

31. Zy die buiten den regter in geval van noodzakelykheid gevat worden, zullen uiterlyk binnen vierentwintich uuren daarna aan hunnen bevoegden regter worden overgebragt.

32. Allen die in verzekering genomen worden, zullen uiterlyk binnen één dag daarna kennis ontvangen van de redenen hunner gevangenneming.

33. In alle gevallen, waarin de wet geene lyfstraffen vordert, zal de gevangene onder voldoenenden borgtogt, ontslagen worden.

34. Niemand kan tegen zynen wil worden afgetrokken van den regter dien de staatsregeling of de wet hem toekent.

35. Nimmer zal er eene verbeurdverklaaring der goederen van eenig ingezeten der Bataafsche Republiek plaats hebben, dan alleen in het geval hieronder uitdrukkelyk bepaald.
Het Bataafsche volk verklaart voor altyd van het grondgebied der Republiek gebannen te zyn alle de openbaare voorstanders van het gewezen stadhouderlyk bestuur binnen deze Republiek gewoond hebbende en daaruit geweken zederd den 1 january 1795.
Het verklaart, tevens alle derzelver goederen en bezittingen, welke zullen blyken,op den 1 january 1798 hun persoonlyk eigendom te zyn geweest, vervallen aan de natie, zullende de zelven van haaren wege, onder behoorlyke sequestratie gebragt, en ten behoeve der republek verkogt worden.
Het vertegenwoordigend lichaam zorgt, dat de uitvoering dezer laatste wet, met betrekking tot agtergelaten ongelukkige kinderen en huisgezinnen de onschuld niet met en om den schuldigen trefte.

36. De pynbank wordt afgeschaft door de gantsche Republiek.

37. Alle sententien en vonnissen moeten in het openbaar worden uitgesproken.

38. Er zal, door de gantsche Republiek alleen regt worden gesproken in den naam en van wege het Bataafsche Volk

39. leder burger is onschendbaar in zyne wooning. Zyns ondanks mag men nimmer in dezelve treden, tenzy uit kragt van een order, bevel of decreet van gyzeling eener daartoe bevoegde magt.

40. Niemand kan van het geringst gedeelte van zyn eigendom buiten zyne toestemming beroofd worden, dan alleen wanneer de openbaare noodzaaklykheid door de vertegenwoordigende magt erkend zulks vorderd en alleenlyk op voorwaarde eener billyke schaevergoeding.

41. De wet zal geene andere straffen opleggen, dan die welke volstrekt noodzakelyk zyn voor de algemeene zekerheid.

42. Ieder burger heeft het onvervreemdbaar regt om eene schriftlyke en eigenhandig onderteekende aanklagt te doen tegen zoodanigen zyner medeburgers, het zy ambtelozen of ambtenaars, geconstitueerde magten of byzondere leden van dien door welken hy oordeelt dat de wetten, hetzy ten zynen byzonderen nadeele of ten nadeele der maatschappy geschonden zyn, mids by zoodanige magt als in dezen bevoegd zal zyn en overeenkomstig de wyze door de burgerlyke wet voorgeschreven. In geval van laster zal hy onderworpen zyn aan de straffen, door de wet ten dezen opzichte bepaald.

43. Het Bataafsche Volk wil eene gewapende burgermagt (de nationale troepen daaronder begrepen) ter verdediging zyner vryheid en onafhanglykheid zoo naar binnen als naar buiten. De regeling dezer magt zal geschieden door de wet.

44. Ieder Bataafsch burger is verpligt tot dat einde de waapenen te dragen en zig op de rol van waapenvoerende burgeren te doen inschryven.

45. De gewapende magt is ten alleen tyde een ondergeschikt lichaam, zy kan als zoodanig nimmer raadpleegen.

46. Geen gedeelte derzelve kan immer in werking komen, dan op schriftelyken last eener wettige magt op zoodanige wyze als by de wet is uitgedrukt.

47. De maatschappy, bedoelende in alles de welvaart van alle hare leden, verschaft arbeid aan de nyveren, onderstand aan den onvermogenden. Moedwillige lediggangers hebben daarop geene aanspraak. De maatschappy vordert de volstrekte weering van bedelary.

48. Het vertegenwoordigend lichaam regelt binnen zes maanden na deszelfs eerste zitting by eene uitdrukkelyke wet het armenbestuur over de geheel republiek
. Deze wet bepaalt de algemeene voorschriften en plaatselyke beschikkingen hiertoe vereischt.

49 Er zal gezorgd worden voor de opvoeding van verworpen kinders

50 De maatschappy ontvangt alle vreemdelingen, die de weldaaden der vryheid vreedzaam wenschen te genieten in haar midden verleenende denzelven alle zekerheid en bescherming.

51. Zy moedigt alle konstenaars en handwerkslieden aan en wil de spoedigste en kragtdadigste inrigtingen, waardoor de bloey van alle inlandsche fabrieken en trafieken, koophandel, zeevaart en visscheryen en daardoor van ambagten, neeringen en handteeringen byzonderlyk de handel met de buitenlandsche bezittingen en colonien van den staat zal worden bevorderd.

52. Van de aanneming der constitutie af zal er aan den doorvoer, koop en verkoop van alle voortbrengselen van den vaderlandschen grond, gelyk mede van alle goederen binnen deze republiek bewerkt of vervaardigd, als door en in alle departementen en plaatsen geenerlei belemmering, hoe ook genoemd, worden toegebragt.

53. By de aanneming der staatsregeling, worden vervallen verklaard alle gilden, corporatien of broederschappen van neeringen, ambagten of fabrieken.
Ook heeft ieder burger in welke plaats woonachtig het regt zoodanige fabriek of trafiek opterigten of zoodanig eerlyk bedryf aantevangen als hy verkiezen zal.
Het vertegenwoordigend lichaam zorgt, dat de goede orde het gemak en gerief der ingezetenen ten dezen opzigte worden verzekerd.

54. De maatschappy beveelt insgelyks de meeste bevordering van den landbouw en deszelfs b1oey, byzonderlyk ten aanzien der nog ledige en woeste gronden, door de gantsche republiek.

55. Alle openbaare inrigtingen ter bevordering of staaving van het openbaar crediet inzonderheid alle wisselbanken worden aangemerkt als afzonderlyke bemoeyingen der daarby onmiddelyk belang hebbende burgers. De openbaare magt oefent daaromtrent geene andere dan toeziende beschikking.
De gantsche natie waarborgt allen binnen- en buitenlandschen eigendom in die wisselbanken geplaatst.

56. Alle zoogenoemde provincinale beleenbanken worden nationaal verklaard.
Het vertegenwoordigend lichaam doet denzelven ten spoedigsten brengen onder eene nationaale beheering.
Ook dit laatste word, binnen den korstmooglyken tyd, toegepast op de gewoone plaatslyke beleenbanken.

57. De maatschappy verbied in alle gevallen, dat eenig uitsluitend voorregt verleend worde.
Zy beloont de verdiensten door bewyzen van eer of door premien. Alle vergeldingen worden, in geval van voortduuring, jaarlyks vernieuwd en op geenierlei wyze erflyk gemaakt tot kinderen of nakoomelingen.

58. De maatschappy verleent nimmer eenig pensioen, dan voor zoo verr’ na het gestrengst onderzoek gebleken zy zoo van de getrouwe diensten aan de Republiek bewezen door hun, die daarop aanspraak maaken, als van dezelver volstrekt onvermogen om hetzy door onderdom of door eenig ligchaamlyk gebrek den lande langer van dienst te zyn en van hunne eigen middelen te bestaan.

59. Alle maaten en gewigten worden door de gantsche republiek zoo spoedig doenlyk naar eene zekere onveranderlyk grootheid tiendeelig gelyk gemaakt.
Ook zal er ten aanzien van alle muntspecien een gelyke muntslag door de gansche republiek worden ingevoerd.

60. De vertegenwoordigende magt maakt zoodanige inrigtingen, waardoor het nationaal charakter ten goede gewysigd en de goede zeden bevorderd worden.

62. Zy strekt insgelyks door heilzame wetten haare zorg uit tot alles wat in het algemeen en de gezondheid der ingezetenen kan bevorderen met wegruiming zooveel mooglyk van alle belemmeringen.

63. Er zullen nationale feesten worden vastgesteld om de Bataafsche omwenteling en andere merkwaardige gebeurtenissen jaarlyks te herinneren, voords om de broederschap onder de burgers aantekweken en hen aan de staatsregling, aan de wetten, aan het vaderland en de vryheid te verbinden.

64. De onderstand tot de noodwendige behoeften van den staat is eene geheiligde schuld van ieder burger ter vergoeding der bescherminge, welke hy geniet. Deze toelage, met de meestmogelyke bezuiniging ingezameld, word door alle burgers naar evenredigheid hunner vermogens gedragen. Hy, die dezelve opzetlyk ontduikt of verkort, is eerloos.

65. Het bestuur is verpligt tot een verstandige bezuiniging in alle opzigten. Het schaft onnodige ambten en uitgaven af en evenredigt de belooning van ambtenaren en bedienden naar het gewigt van derzelver werkzaamheden. Alle administratieve lichamen zullen jaarlyks voorslagen doen van die huishoudelykheid, welke onder hun bereik valt.

66. Het gebruik der penningen door de natie opgebragt, wordt op gezette tyden door den druk bekend gemaakt.

67. Het Bataafsche volk vat nimmer de waapenen op, dan ter handhavinge zyner vryheid, ter bewaaringe van zyn grondgebied en ter verdediging zyner bondgenooten. Het beveelt tot dat einde eene zorgvuldige inrigting zyner krygsmagt, bovenal ter zee, als het bolwerk van den nationaalen voorspoed. Het gelast de stipste onzydigheid van het bestuur ten aanzien der mogendheden. Het bewaart zooveel mooglyk den vrede met alle volken en koomt zyne verbindtenissen met denzelven heiliglyk na. Het eerbiedigt derzelver regten en wil, dat in tyd van oorlog de rampen der menschheid by wederzydsch verdrag zoo veel doenlyk verzagt worden.

68. Het Bataafsche volk, overtuigd dat de belangen der vereenigde Fransche en Bataafsche republieken door derzelver onderlinge zamenstelling altyd het gelukkigst zullen bevorderd worden, wil van zyne zyde nimmer eenige afzonderlyke verbindtenis met die volken, wier staatkundig belang in tweestryd is met den voorspoed der beide natien.

69. Alle overeenkomst of verdrag, met andere volken of mogendheden geschied alleenlyk in naam des Bataafschen volks.

70. Geene vermindering noch vermeerdering dezer grondregelen noch ook der staatsregelen zal plaats grypen, dan gestaafd door den wil des volks, en naar derzelver voorschrift.

71. Geen genootschap of verzameling van afzonderlyke persoonen, van welke aard ook heeft of maakt reglementen strydig met deze grondbeginselen of met de acte van staatsregeling.

72. Alle besluiten der vertegenwoordigende magt met deze grondregelen en met de daarop gebouwde staatsregeling overeenkomstig, hebben ten allen tyde de kracht van wet.
Het Bataafsche volk geeft dit heiligst pand zyner aangenomen grondstellingen van het maatschappelyk verdrag ter bewaaringe over aan de getrouwheid der vertegenwoordigende hoogste magt van het uitvoerend bewind, van de regters en van alle bewindslieden, voords aan de werkzaamheid der huisvaders en moeders, aan de verlichting der jonge Burgers, aan de deugd der burgeressen en aan den moed van alle Bataafsche ingezetenen. Willende denzelven bestendiglyk hebben herinnerd, dat van de egte waardeering hunner vryheid en van de verstandige en eerlyke beoefening hunner afzonderlyke en algemeene regten en pligten, voornaamlyk, de duurzaamheid, het behoud en geluk afhangt van het vaderland, dat zy behooren te beminnen.