Hannah Arendt

Hannah Arendt

 

Hannah Arendt (Linden bij Hannover, 14 oktober 1906 – New York City, 4 december 1975) was een Joods-Duits-Amerikaanse filosofe en politiek denkster, die zich onder andere heeft verdiept in de vragen die samenhangen met totalitaire politieke systemen.

 

Tegen de achtergrond van het nationaalsocialisme is Hannah Arendts filosofie vooral een denken van vrijheid in politieke zin, een denken dat echter nooit volledig academisch is. Het voortdurend samengaan van denken en oordelen vormt de rode draad in het werk van Hannah Arendt.

  • Haar bekendste werk is in dit opzicht het boek The Origins of Totalitarianism uit 1951, waarin zij de historische (achter)gronden van de totalitaire staat analyseert. Hierin komen vrijheid van het individu, concentratiekampen en de verdwijning van het verschil tussen feit en fictie aan bod.
  • In The Human Condition (1958) (Nederlandse vertaling: “Vita activa. De mens: bestaan en bestemming”) staat de relatie tussen handelen en politiek centraal. Waar de mens voorheen meer belang hechtte aan arbeiden, werken en handelen, ziet Arendt in het licht van de totalitaire staat dat dat belang omgekeerd is en politiek de boventoon voert. Dit heeft enorme consequenties voor de vrijheid en het vrije denken van de mens.
  • Between Past and Future uit 1961 is een bundeling essays waarin ze poogt een manier te schetsen dit vrije politieke denken te cultiveren. De gedachten in deze essays zal ze later uitwerken in The Life of the Mind (1978).
  • De thema’s van denken en oordelen komen ook terug in Eichmann in Jerusalem: a Report on the Banality of Evil (1963). Ze bestudeert hier de processen van Eichmann, die de hoofdrol speelde in Hitlers Endlösungsprogramma. Het was, zo zegt Arendt, niet de aanwezigheid van kwade bedoelingen, maar de afwezigheid van kritisch denkvermogen en de kritiekloze opvolging van bevelen van hogerhand die ertoe hebben geleid dat zo veel Joden structureel vernietigd werden.
  • In The Life of the Mind, dat in 1978 postuum verscheen, analyseert ze systematisch het probleem van denken en weten. Hierin gaat het Arendt vooral om waarde en betekenis. De waarde van het denken is dat het betekenis kan geven aan bepaalde acties, situaties en ervaringen.

 

Het politieke denken van Arendt is niet academisch of systematisch van aard. Het is dan ook moeilijk aan te geven wie en wat precies haar invloeden zijn. Wel kan globaal gezegd worden dat ze is beïnvloed door onder anderen Heidegger, Nietzsche, Kant, Jaspers en Aristoteles. Ze verwijst geregeld en expliciet naar deze denkers in haar werken. Omdat ze zich niet beperkte tot louter de academische filosofiebeoefening, is evenmin aan te geven tot welke stroming ze behoort. Er zijn echter wel relaties te leggen met het werk van onder anderen Jürgen Habermas, Michel Foucault en Seyla Benhabib.

 

Arendts opvatting over democratie

Arendt gruwde van het reduceren van democratie tot de macht van het getal of de “algemene wil van het volk”. De heerschappij van het abstracte volk was voor haar een andere vorm van tirannie.

Voor Arendt moet een gemeenschap politiek zijn om als democratie te kunnen functioneren. Daarom ook ruimte bieden aan verscheidenheid, een stem geven aan eenieder, ook aan individuen en minderheden (meer aan de eersten dan aan de laatste want groepsdenken leidt makkelijk tot identificatie). Nochtans is algemene participatie aan het bestuur een mooi maar moeilijk te verwezenlijken ideaal. Arendt toonde zich een voorstander van “directe democratie”, maar werkte geen theorie uit hoe dit concreet te realiseren valt. Arendt koesterde het idee dat burgers spontaan moesten opkomen voor hun mening en zichzelf dan moesten verkiezen, zoals de vroegere radenrepublieken.

 

Bron: Wikipedia

 

 

Meer informatie over Hannah Arendt op deze site:

 

Elemente und Ursprünge totaler Herrschaft, Hannah Arendt (1951)

De opkomst van de revolutionaire raden door Hannah Arendt (1963)

 

 

 

 naar boven |