Dag 1 van het jaar 1 van de Franse Republiek werd in 1793, bij besluit om de revolutionaire kalender in te voeren, vastgesteld op 22 september 1792. Deze datum werd tevens de revolutionaire Nieuwjaarsdag.
Alle maanden van het jaar kregen 3 x 10 dagen (décades).
De datumvermelding startte met het noemen van de décade (I, II of III). Vervolgens werd de nummernaam van de dag binnen die décade aangegeven.
1 = primidi
2 = duodi
3 = tridi
4 = quartidi
5 = quintidi
6 = sextidi
7 = septidi
8 = octidi
9 = nonidi
10 = décadi
De 25ste van een maand was “décade III, quintidi”. De 5de was dan “décade I, quintidi”, etc.
De maanden zelf kregen ook nieuwe namen.
De eerste maand van het jaar heette: Vendémiaire (wijnmaand).
De andere maanden waren:
2 = Brumaire = mistmaand
3 = Frimaire = ijzelmaand
4 = Nivôse = sneeuwmaand
5 = Pluviôse = regenmaand
6 = Ventôse = windmaand
7 = Germinal = zaaimaand
8 = Floréal = bloesemmaand
9 = Prairial = grasmaand
10 = Messidor = oogstmaand
11 = Thermidor = hittemaand
12 = Fructidor = fruitmaand
Hieronder een handig overzicht van de republikeinse maanden:
Herfstmaanden (uitgang -aire):
Vendémiaire (22 september ~ 21 oktober)
Brumaire (22 oktober ~ 20 november)
Frimaire (21 november ~ 20 december)
Wintermaanden (uitgang -ôse):
Nivôse (21 december ~ 19 januari)
Pluviôse (20 januari ~ 18 februari)
Ventôse (19 februari ~ 20 maart)
Lentemaanden (uitgang -al):
Germinal (21 maart ~ 19 april)
Floréal (20 april ~ 19 mei)
Prairial (20 mei ~ 18 juni)
Zomermaanden (uitgang -idor):
Messidor (19 juni ~ 18 juli)
Thermidor (19 juli ~ 17 augustus)
Fructidor (18 augustus ~ 16 september)
Om het decimale maandstelsel te corrigeren (een jaar heeft immers geen 360, maar 365 of 366 dagen) werden aparte dagen ingevoerd vlak vóór het begin van het nieuwe jaar: de sansculottides, of volksfeestdagen.
Deze waren:
1 = jour de la vertu = dag van de deugd (17 september)
2 = jour du génie = dag van de genius (18 september)
3 = jour du labour = dag van de arbeid (19 september)
4 = jour de la raison = dag van de rede (20 september)
5 = jour de la recompense = dag van de beloning (21 september)
6 = jour de la révolution = dag van de revolutie (alleen schrikkeljaren)
Verder kreeg iedere dag een speciale naam. De “décadi” was de vrije dag van de revolutionaire kalender en kreeg de naam van een of ander gereedschap. De vijfde dag (quintidi) kreeg de naam van een dier. De andere dagen hadden bloemen- of bomennamen.
AUTOMNE
|
Vendémiaire
|
Brumaire
|
Frimaire
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Ravin
Safran
Châtaigne
Colchique
Cheval
Balsamine
Carotte
Amaranthe
Panais
Cuve
Pomme de terre
Immortelle
Potiron
Réséda
Ane
Belle de nuit
Citrouille
Sarrasin
Tournesol
Pressoir
Chanvre
Péche
Navet
Amarillis
Boeuf
Aubergine
Piment
Tomate
Orge
Tonneau
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Pomme
Céleri
Poire
Betterave
Oie
Héliotrope
Figue
Scorsonère
Alisier
Charrue
Salsifis
Macre
Topinambour
Endive
Dindon
Chervis
Cresson
Dentelaire
Grenade
Herse
Bacchante
Azerole
Garance
Orange
Faisan
Pistache
Macjonc
Coing
Cormier
Rouleau
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Raiponce
Turneps
Chicorée
Nèfle
Cochon
Mâche
Chou-fleur
Miel
Genièvre
Pioche
Cire
Raifort
Cèdre
Sapin
Chevreuil
Ajonc
Cyprés
Lierre
Sabine
Hoyau
Erable sucre
Bruyère
Roseau
Oseille
Grillon
Pignon
Liège
Truffe
Olive
Pelle
|
HIVER
|
Nivôse
|
Pluviôse
|
Ventôse
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Tourbe
Houille
Bitume
Soufre
Chien
Lave
Terre végétale
Fumier
Salpêtre
Fléau
Granit
Argile
Ardoise
Grès
Lapin
Silex
Marne
Pierre à chaux
Marbre
Van
Pierre à plâtre
Sel
Fer
Cuivre
Chat
Etain
Plomb
Zinc
Mercure
Crible
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Lauréole
Mousse
Fragon
Perce Neige
Taureau
Laurier thym
Amadouvier
Mézéréon
Peuplier
Coignée
Ellébore
Brocoli
Laurier
Avelinier
Vache
Buis
Lichen
If
Pulmonaire
Serpette
Thlaspi
Thimele
Chiendent
Trainasse
Lièvre
Guède
Noisetier
Cyclamen
Chélidoine
Traineau
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Tussilage
Cornouiller
Violier
Troëne
Bouc
Asaret
Alaterne
Violette
Marceau
Bêche
Narcisse
Orme
Fumeterre
Vélar
Chèvre
Epinard
Doronic
Mouron
Cerfeuil
Cordeau
Mandragore
Persil
Cochiéaria
Pâquerette
Thon
Pissenlit
Sylve
Capillaire
Frêne
Plantoir
|
PRINTEMPS
|
Germinal
|
Floréal
|
Prairial
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Primevère
Platane
Asperge
Tulipe
Poule
Bette
Bouleau
Jonquille
Aulne
Couvoir
Pervenche
Charme
Morille
Hêtre
Aboille
Laitue
Mélèze
Ciguë
Radis
Ruche
Gainier
Romaine
Maronnier
Roquette
Pigeon
Lilas
Anémone
Pensée
Myrtille
Greffoir
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Rose
Chêne
Fougère
Aubépine
Rossignol
Ancolie
Muguet
Champignon
Hyacinthe
Rateau
Rhubarbe
Sainfoin
Baton-d’or
Chamerops
Ver à soie
Consoude
Pimprenelle
Corbeille d’or
Arroche
Sarcloir
Statice
Fritillaire
Bourache
Valériane
Carpe
Fusain
Civette
Buglosse
Sénevé
Houlette
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Luzerne
Hémérocalle
Trèfle
Angélique
Canard
Mélisse
Fromental
Martagon
Serpolet
Faux
Fraise
Bétoine
Pois
Acacia
Caille
Ouillet
Sureau
Pavot
Tilleul
Fouche
Barbeau
Camomille
Chèvre-feuille
Caille-lait
Tanche
Jasmin
Verveine
Thym
Pivoine
Chariot
|
ETÉ
|
Messidor
|
Thermidor
|
Fructidor
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Seigle
Avoine
Oignon
Véronique
Mulet
Romarin
Concombre
Echalotte
Absinthe
Faucille
Coriandre
Artichaut
Giroflte
Lavande
Chamois
Tabac
Groseille
Gesse
Cerise
Parc
Menthe
Cumin
Haricot
Orcanète
Pintade
Sauge
Ail
Vesce
Blé
Chalémie
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Epeautre
Bouillon blanc
Melon
Ivraie
Bélier
Prêle
Armoise
Carthame
Mûre
Arrosoir
Panis
Salicorne
Abricot
Basilic
Brebis
Guimauve
Lin
Amande
Gentiane
Ecluse
Carline
Caprier
Lentille
Aunée
Loutre
Myrte
Colza
Lupin
Coton
Moulin
|
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
p
d
t
q
q
s
s
o
n
D
|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
|
Prune
Millet
Lycoperdon
Escourgeon
Saumon
Tubéreuse
Sucrion
Apocyn
Réglisse
Echelle
Pastèque
Fenouil
Epine vinette
Noix
Truite
Citron
Cardère
Nerprun
Tagette
Hotte
Eglantier
Noisette
Houblon
Sorgho
Ecrevisse
Bigarade
Verge d’or
Maïs
Marron
Panier
|
In 1793 werd ook besloten tot een nieuwe uurverdeling: een dag werd verdeeld in 10 uur van 100 minuten van 100 seconden.
Op “Décade I, Décadi de Nivôse XIV” (10 Nivôse) werd de Republikeinse Kalender afgeschaft. Op de Gregoriaanse kalender is dat 31 december 1805.
| naar boven |