Globalisering

Globalisering: de vrije markt

 

post-modern individualisme | neo-liberale globalisering | dominante particuliere sector | ruimte voor een globale democratie | de nieuwe Gouden Regel


6. Globalisering: de jaren negentig en verder

De overwinning van de vrije markt en het einde van de politiek (1991-?)

Post-modernisme: het vrije individu vervangt de republikeinse burger

De burgerlijke politiek werd bepaald door dé grote democratische vraagstukken: de sociaal-economische ongelijkheid veroorzaakt door de vrije markt en de erosie van traditionele, gesloten samenlevingen door de opkomst van een individualistische, open maatschappij.

De omgang van de democratie met deze problemen heeft geleid tot aan de ene kant de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (wereldwijde burgerrechten) en aan de andere kant de opkomst van communisme, fascisme en nazisme (imperialistische, gesloten, feodale staatsvormen).

De ‘oude democratieën’ als Engeland en Nederland kozen voor continuïteit: een derde weg. Dit model van gematigde hervormingen werd uiteindelijk de norm voor een groot deel van de democratische (westerse) wereld met als varianten: de sociaal-democratische verzorgingsstaat (Verenigd Koninkrijk, Nederland, Scandinavië) en de christen-democratische sociale rechtsstaat (Duitsland). Amerika droeg volhardend de vrije markt democratie uit, met alle ongelijkheid (maar grote welvaart) van dien.

Post-modern individualisme

In Frankrijk bleef het filosofendebat over de revolutie & de republiek de politiek beïnvloeden. Met name de verschrikkingen van de totalitaire fascistische en nazistische terreur voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog bepaalde de ideeën over democratie en politiek. Een belangrijke lijn in deze debatten was het “einde van de politiek” en dus het opgaan van de republiek in een “democratische maatschappij” zonder elitaire staatsmacht (en dus zonder mogelijke herhaling van de staatsterreur van het totalitarisme). Dit streven naar extreem individualisme (subjectivisme), geïnspireerd door de filosofie van Friedrich Nietzsche, leidde tot het post-modernisme.

Het van objectieve macht bevrijde individu (vervuld van het verwerven van erkenning voor de eigenwaarde) ging de republikeinse burger (gericht op het verwerkelijken van publieke waarden) vervangen en daarmee zou de politieke dimensie van het menselijke bestaan wegvallen. Na de regicide (koningsmoord) van 1790 kregen we de poging tot politicide van de jaren ’60 en ’70.

Het verval van de politiek als burgerlijke, publieke zaak werd versterkt door de geweldige groei van de private marktsector na de overwinning van de westerse en communistische landen op Nazi Duitsland. In de loop van de jaren ’70 werd steeds duidelijker dat de communistische economie de wedloop met het Westerse kapitalisme niet kon winnen. Dit leidde tot de val van het communisme eind jaren ’80 en begin jaren ’90.

Neo-liberale globalisering – van bovenaf

Deze val betekende de totale overwinning van de vrije markt (de nieuwe wereldorde). Het was wrang dat deze overwinning wel een bloei van de economie inluidde maar niet een herleving van de democratische politiek, hoewel “de democratie” (lees: het zegevierende liberalisme) in de retoriek belangrijk bleef om de hegemonie van het Westen te legitimeren. Het politieke liberalisme werd echter geheel overschaduwd door een economisch neo-liberalisme, geïnspireerd door de Verenigde Staten, die zich steeds meer ontpopten als een vitale, uiterst rijke en dus machtige vrije markt plutocratie.

Binnen de democratische wereld groeide inmiddels het onbehagen over de moderniteit (de Verlichting). De culturele revolutie van 1968 maakte een einde aan het bestaan van de plichtsgetrouwe burger en markeerde het begin van de vrijheid van het individu. Ook dit individualisme had geen versterking van de politieke democratie tot gevolg, maar wel van de economie (consumentisme) en de bureaucratie (controle van bovenaf op het bevrijde individu).

Het leek er inderdaad op dat de post-modernisten gelijk hadden: de politiek werd overgenomen door maatschappelijke deelbelangen en de mens werd alleen nog maar bepaald door zijn of haar subjectieve levensbehoeften. Het leek of de mens als sociaal en politiek dier had afgedaan.

Na het communisme, fascisme en nazisme werd nu ook het humanisme (het “geloof” van de Verlichting) ten grave gedragen. Hierdoor ontstond echter een grote leegte in het hart van de democratie.

Dominante particuliere sector: “democratisch imperialisme”

Door de enorme macht van de private sector ontstond een systeem waarin zich één belang – de groei van de materiële welvaart van de maatschappij – meester ging maken van alle politieke instituties. De Amerikaanse presidenten Abraham Lincoln en Franklin Roosevelt hadden hiervoor reeds gewaarschuwd. De laatste zou gezegd hebben:

“The liberty of a democracy is not safe if the people tolerate the growth of private power to a point where it becomes stronger than their democratic State itself. That, in its essence, is Fascism – ownership of government by an individual, by a group or any controlling private power.”

Na de overwinning op het communisme ging het neo-liberalisme welhaast totalitaire aanspraken doen (de nieuwe ideologen van de wereldhegemonie verklaarden een “einde aan de geschiedenis”). Er werden in korte tijd nieuwe markten aangeboord en enorme private winsten gemaakt. Het Westen ging door een periode van grote verrijking. Oppervlakkig gezien begon de democratie aan een opmars, aangezien overal in de wereld communistische regimes werden vervangen door gekozen regeringen.

In feite beleefde de wereld de opkomst van een machtige plutocratie, die zich door middel van een expanderende economie (globalisering) liet gelden. In de woorden van Roosevelt: een de facto fascistoïde wereldordening, die profiteerde van het einde van de politiek door de macht over de burgers in de staat over te nemen. Een ordening die uiteindelijk alleen door wereldwijde exploitatie van mensen en natuur en door oorlog in stand te houden is.

De grote republikein Lincoln zag het al in de 19de eeuw:

“I see in the near future a crisis approaching that unnerves me and causes me to tremble for the safety of my country. … corporations have been enthroned and an era of corruption in high places will follow, and the money power of the country will endeavor to prolong its reign by working upon the prejudices of the people until all wealth is aggregated in a few hands and the Republic is destroyed.”

Abraham Lincoln, Nov. 21, 1864

Ruimte voor een globale democratie – van onderop

Eén van de heftigste reacties op deze machtsontplooïng is de politieke islam – in opkomst sinds de islamitische revolutie in Iran in 1979 – met een gevaarlijk mix van fundamentalisme en terreur (11 september 2001). In de globale machtsstrijd zullen de burgers aan het kortste eind trekken: zij bestaan immers niet meer als vitale politieke factor. Ook de financiële crisis, die in 2007 is begonnen, heeft niet geleid tot een versterking van de politiek.

Het post-moderne individu – een culturele en sociale constructie met links-liberale wortels – blijft zich verweren tegen de publieke eisen van een modern burgerschap. Het morele relativisme, eigen aan het post-modernisme, maakt ieder nieuw Groot Verhaal of iedere moderne versie van het algemeen belang bij voorbaat krachteloos.

In deze tijd van publiek-moreel verval kan het van belang zijn terug te keren naar de oorsprong van de politiek in het Oude Griekenland en de democratie te herontdekken aan de hand van een filosofe als Hannah Arendt. De republiek als staatsvorm van het actieve burgerschap dient dan te worden versterkt; dit is het “civic republicanism” dat aan de basis ligt van alle directere vormen van democratie.

De uitdaging van een bijna totalitair marktdenken en de dreiging en de terreur van feodale islamistische krachten maken een radicaal democratisch alternatief noodzakelijk, dat het bandeloze, louter sociaal-economische indivualisme overwint en het “moderne project” van politiek-culturele emancipatie en burgerschap weer actief oppakt.

De nieuwe Gouden Regel

De eenzijdig economische, neo-liberale (kapitalistische) globalisering vraagt om een sociaal, politiek en cultureel tegenwicht. We hebben een globalisering van “civic humanism” of burgerhumanisme nodig.

Deze stroming, die het midden probeert te vinden tussen individualisme en gemeenschap, kapitalisme en socialisme, wordt ook wel het “civic republicanism”, “radicale midden”, “populisme”, “progressieve communitarisme“, of “progressivisme” genoemd; gericht op directere vormen van democratie en effectiever toezicht op het bedrijfsleven. En dat door middel van een “alternatieve globalisering” van burgerrechten en -plichten, wereldwijd.

Een gepast motto zou kunnen zijn: sterke rechten veronderstellen sterke verantwoordelijkheden! De vraag is hoe we een nieuwe politiek-morele weg kunnen vinden voor onze democratische samenleving, zonder onze nieuw verworven individualiteit op te offeren. Als we deze gulden middenweg niet vinden, kan de democratische manier van politiek bedrijven verdwijnen en kunnen we langzaam afglijden naar anarchie en terreur – en uiteindelijk tirannie (totalitair of fundamentalistisch).

No knowledge is to be found without seeking, no tranquility without travail, no happiness except through tribulation. Every seeker has, at one time or another, to pass through a conflict of duties, a heart-churning.

Gandhi

 


 

Andere belangrijke klassieke documenten:

A Constitution for the Federation of the Earth, World Constituent Assembly (1991)

Rio Declaration on Environment and Development, Verenigde Naties (3-14 juni 1992)

World Scientists’ Warning To Humanity, Union of Concerned Scientists (18 november 1992)

Declaration on a Culture of Peace, VN (6 oktober 1999)

Charter for a Free Press, World Press Freedom Committee (2000)

A Call To Action. A declaration of change for the future, Earth Emergency (2000)

Revolutionen und Revolten zwischen Totalitarismus und Fundamentalismus, Daniel Cohn-Bendit (2001)

What We’re Fighting For, A Letter from America (12 februari 2002)

A World of Justice and Peace Would Be Different (2 mei 2002)

How Can We Coexist? (7 mei 2002)

In Search of a Progressive Islam door Farid Esack (2002)

Waar blijft de reformatie van de islam? door Ayaan Hirsi Ali (2002)

Cleveringa-lezing 2002 “Vreemden” door Job Cohen (26 november 2002)

Secularisation of Islamic Society (ISIS)

Nach dem Krieg: Die Wiedergeburt Europas, Jürgen Habermas en Jacques Derrida (2003)

 


 

Onmisbare websites:

The international Republican Institute

Global Fix. Consensus for Global Reform

Center for Digital Democracy

CorpWatch. Holding Corporations Accountable

Environmental Media Services

Global Issues

Association for Progressive Communications

Human Rights Watch

The Progressive Community

The Progressive Populist

Intellectueel Online

AlterNet

World Social Forum

 

 

naar boven |